menu

De pop in de mensenrol 

Kind en pop  

Poppen zijn bij uitstek geschikt om in het nabootsende spel de rol van kind te vertolken. We zien veel van de eigen belevingen van het kind terug: aangekleed worden, eten en drinken krijgen, uitgaan, autorijden en naar bed gebracht worden. Maar ook minder plezierige ervaringen worden door het kind met de pop uitgespeeld.

19Het spel van twee meisjes van zo’n jaar of zes:

De pop wordt uit bed gehaald, netjes aangekleed en krijgt een bord pap. Aan de manier waarop de meisjes de pop dragen kunnen we zien dat deze nog heel jong is. Ook vinden de meisjes hem heel lief, want hij wordt steeds maar geknuffeld. Alles in het kleine huisje verloopt heel harmonisch. Dan neemt het spel opeens een wending, een van de meisjes zegt: ”En toen werd jij boos op baby en moest hij naar bed”. Het andere meisje pakt ogenblikkelijk de pop anders vast, kijkt hem boos aan en brengt hem al mopperend weg. Gehuil komt uit de wieg, en beide moeders spreken het kind streng toe.

Na een poosje, en even plotseling als daarnet, beslist een van de moeders dat het nu genoeg is en zegt: ”En toen was hij stil, want we gingen op visite”. De twee poppenmoeders krijgen het druk om alles wat mee moet bij elkaar te vinden en de baby wordt bepaald niet zachtzinnig uit bed gepakt en in de poppenwagen geduwd. Snel nog even een dekentje erover, zo... daar gaan ze.

Kinderen verwerken op zo’n manier totaal onbewust gevoelens die ze in het leven van alledag tegenkomen. Hoeveel (kerngezonde) poppen zouden er wel niet zijn, die allerlei dokters- of ziekenhuisbezoeken van het kind achteraf meermalen hebben moeten doormaken?

Ook het ’schooltje spelen’ met een hele rij poppen is geliefd. Hierbij kan het kind zich helemaal met de juf, de meester of de leerlingen identificeren. Spelen geeft het kind de mogelijkheid gevoelens te verwerken en beelden die in hem leven te uiten. Doordat het kind al spelend zijn omgeving nabootst, kunnen we aan het spelende kind aflezen hoe het zijn omgeving beleeft.

Samenspelende kinderen geven ieder voor zich, gestuurd door hun gevoelsleven, richting aan het spel. Een veranderende spelrichting wordt door een ander kind overgenomen, als dit de situatie door zijn eigen ervaringen kan herkennen.

Gelukkig kunnen poppen de snelle stemmingswisselingen van kinderen altijd volgen. Hierbij is wel van belang, dat het kind altijd zijn eigen stemming op de pop kan projecteren. Laten we ons eens voorstellen dat een kind een pop heeft, waarvan het gezicht altijd lacht. Ook al houdt het nog zo veel van zijn pop, als het kind iets vervelends meemaakt, kan deze gefixeerde lach verhinderen dat het kind troost vindt bij de pop. Het kind kan zich zó onbegrepen voelen, dat het de pop op zo’n moment wegduwt of zelfs slaat. Maar ook omgekeerd kan een permanente huiluitdrukking op een poppengezicht diep op het gevoelsleven van zijn poppenmoeder of vader inwerken. Een neutrale gezichtsaanduiding helpt het kind iedere stemming met de pop te delen.

Ook met een poppenhuis en een hele familie popjes kan een kind allerlei situaties uit het dagelijks leven naspelen en verwerken. De popjes in het poppenhuis beleven wat de personen in de omgeving van het kind bij het kind teweegbrengen.