Teken de patronen over op de stof (zie 3. patronen overnemen).
Naai de ledematen rondom, langs de binnenkant van de lijn, laat de vulopening open.
Knip de ledematen met een ½ cm naadtoeslag uit.
Geef een knipje in de naadtoeslag tussen duim en vingers zodat het duimpje goed gekeerd kan worden.
De aanzetpunten waarop de ledematen aan het lijf gezet worden, moeten versterkt worden. Gebruik daarvoor een stukje (zeem)leer. Pyjamaknopen kunnen ook gebruikt worden. De handelingen zijn verder gelijk voor leer of knopen. Knip 4 ronde stukjes leer.
Leg de ledematen voor je op tafel met de duimen en tenen naar elkaar toe, dit is om linker en rechter ledematen te krijgen.
Smeer de stukjes leer in met heel weinig textiellijm en druk ze op de aanzetpunten en laat de lijm eventjes drogen.
Keer de ledematen. De leertjes komen nu aan de binnenkant te zitten. Duw het duimpje met een dikke naald naar buiten.
Nu kun je beginnen met het vullen van de ledematen. Begin met een pluk wol in een handje te stoppen, doe er steeds een plukje wol bij en houd je andere hand om de arm heen en boetseer zo de vorm. Voor een stevige duim een plukje wol opdraaien en dat in de duim stoppen, opnieuw wol erbij en verder vormen. Vul de ledematen van het Poppenkind goed stevig op.
Vanaf de pols op de V-tjes manier de armen verder vullen (zie 8. Opvullen en vormen)
Controleer voor het dichtnaaien van de vulopening of beide armen gelijk geworden zijn. Is dat zo, dan met de jij-en-ik-steek de opening volgens de ronding van het patroon dichtmaken. Stop door het laatste gaatje nog wat wol onder het net genaaide naadje, om te voorkomen dat daar een deukje ontstaat.
Zorg bij het opvullen van de benen dat de wol goed in de tenen komt en blijf zitten. Ook de benen worden op de V-tjes manier gevuld en gevormd.
Controleer of de benen gelijk geworden zijn en naai dan de vulopening dicht met de jij-en-ik-steek, en op dezelfde manier afvullen als de armen.
