23. Tuinbroek
Kleertjes voor groot Poppenkind en grote Lijs
Maak het patroon volledig door de aansluitlijnen tegen elkaar te leggen en verleng het patroon tot de gewenste broeklengte (controleer de lengte op het been van de pop). Voor pijpen met een omslag enkele cm extra nemen.
- Naai de middenvoornaad vanaf de bovenrand tot aan het teken.
-
Sla de naadtoeslag van de bovenrand van de zak naar achteren om en stik hem op de goede kant van de stof door.
- Vouw de overige naadtoeslagen van de zak naar achteren om en speld de zak op de broek, op de op het patroon aangegeven plaats.
- Naai de zak op de broek.
- Vouw de naadtoeslagen van de beide lange kanten en één korte kant van de schouderbanden om en strijk ze plat.
- Vouw de schouderbanden op de stofvouwlijn dubbel en speld ze (de goede kant van de stof is buiten).
- Stik de schouderbanden door, vlak langs de rand.
- Speld het beleg en de bovenrand van de broek met de goede kanten van de stof op elkaar. (Voor lusjes als knoopsgat is het handig om een dun koordje tussen de bovenrand van voorpand en beleg te leggen. De lusjes komen ter hoogte van de aangegeven knoopsgaatjes op het patroon.) Steek de schouderbanden, met het open eindje, ietsje schuin, zoals aangegeven op het patroon, tussen het achterpand en het beleg en speld ze vast.
- Naai het beleg langs de hele bovenrand van de broek vast, de uiteinden van de banden en eventueel de lusjes worden mee vastgenaaid. Naai voor de stevigheid een paar keer heen en weer over de schouderbanduiteinden (en de lusjes).
- Sluit de middenachternaad van beleg en broek tot aan het streepje op het patroon. Om de ronde naad mooi te kunnen keren, moet de naadtoegift in de dubbele stof op enkele plekken van de ronding ingeknipt worden.
- Keer het beleg naar de goede kant.
- Vouw de naadtoeslag aan de onderkant van het beleg naar binnen om en strijk hem plat.
- Stik voor een tunneltje voor elastiek, op de goede kant van het achterpand, beleg en broek door. Het beleg blijft aan de voorkant los hangen.
- Zoom het omgeslagen randje op het beleg vast.
- Rijg een stukje elastiek door het tunneltje en naai het aan beide kanten op het beleg stevig vast bij **.
- Naai de binnenbeennaden dicht met de goede kanten van de stof op elkaar.
- Keer één broekspijp naar de goede kant en steek hem in de andere.
- Naai het nog opengebleven stuk van de kruisnaad (m.a. en m.v.) dicht.
- Zoom de broekspijpen. Stik ze eventueel op de goede kant van de stof door.
- Maak eventueel knoopsgaten in het bovenstuk van de broek op de op het patroon aangegeven plaatsen.
- Pas de pop de broek aan en markeer met een speld de plaats van de knopen op de schouderbanden.
- Naai de knopen op de schouderbanden.
