menu

6. De belijning van het onderhoofd 

Lijsjespop  

De ooglijn

Hiervoor wordt ook weer eerst een schoenveter gebruikt.

53

  • Strik de schoenveter rond het midden van de bol; snoer de veter zo aan, dat er vorm in de bol ontstaat (zie tekening). Let goed op dat de bovenste en de onderste helft gelijk zijn. Dit is belangrijk voor een zo neutraal mogelijke uitdrukking van de pop. Als de ooglijn iets lager zit, lijkt de pop jonger.
  • Controleer of de afbinddraad rond de hals en de ooglijn evenwijdig lopen. Houd hiervoor het hoofd rechtop vast aan het aanhangende tricot. Draai de bol rond om de ooglijn aan alle kanten goed te beoordelen.
  • Als alles goed zit, kun je afbinden met afbindgaren, met dezelfde knoop als bij de hals. Gebruik een lange draad afbindgaren en knoop deze draad zo, dat je een kort en een lang draadeinde krijgt. Met het lange draadeinde wordt de verdere belijning gemaakt, dit noemen we de werkdraad. Het knopen van de draad doe je vlak boven of onder de veter, bij het aantrekken van de draad schuift hij onder de veter.
  • Verwijder de veter.
  • Houd het hoofd weer rechtop aan het aanhangende tricot vast en kijk of er ergens op de bol al een gezichtje verschijnt. Zie je bijvoorbeeld wangen of een kin? Werk eventuele ontstane plooitjes naar achteren weg.
  • Kijk waar een ’oor’ zou kunnen komen. Pak beide draadeinden vast, trek ze iets van de bol en schuif de knoop op een ’oorpunt’.
  • Neem het lange draadeinde als werkdraad, leg deze onder de kin door naar de andere kant waar het tweede oorpunt komt. Hier kruist de werkdraad de ooglijn. Haal de draad van boven naar beneden onder de oogdraad door, zodat er een slag om de oogdraad ontstaat als je de draad boven over de bol heen legt, en trek de draad stevig aan.
  • Trek de werkdraad over de bol naar het andere oor en maak weer een slag om de oogdraad heen. Trek de draad weer stevig aan.
  • Hier wacht het korte draadeinde, deze 2 draden stevig samenknopen. De spanning op deze draad is mede bepalend voor de uiteindelijke vorm van het hoofd (zie tekening).

56

  • Neem de werkdraad in een naald en zet het kruispunt van draden 1 cm boven het oorpunt met enkele kruissteken over elkaar vast (zie tekening).

57

  • Steek de naald dwars door het hoofd en kom 1 cm boven het andere oorpunt uit. Zet de draden ook daar boven het oorpunt met kruissteken vast. Dit hoger vastzetten, gebeurt om te voorkomen dat bij het omlaag brengen van de achterhoofdsdraad, de ooglijn mee naar beneden getrokken wordt. Nu komt hij straks op de juiste plaats.

Het accent op de kaaklijn

Laat de ooglijndraad over het achterhoofd tot op 1 cm boven de halsdraad zakken.

Naai de kindraad en de achterhoofdsdraad onder het oorpunt recht naar beneden samen, tot op de helft van de afstand tussen het oor en de halslijn. Zo ontstaat een mooie kaaklijn (zie tekening).

58

  • Controleer of de oogdraad recht over het midden van de voorzijde van de bol loopt en of de oorpunten even hoog zitten. In dit stadium wordt de basis van het hoofd en gezicht van de pop bepaald, als de belijning niet naar wens zit, begin dan opnieuw.
  • Als alles goed zit, wordt de ooglijn vastgenaaid, met een paar kleine steken en gewoon naaigaren. Als de pop later gewassen wordt, kan de draad niet verschuiven en is het hoofd altijd weer in zijn vorm terug te ’boetseren’ (zie tekening). Nu is het onderhoofd klaar.

60

Lijsjespop
1. Beschrijving 2. Benodigd materiaal 3. Patroon overnemen 4. Het naaiwerk 5. Vormen van het hoofd 6. Belijning onderhoofd 7. Hoofd in tricotkoker 8. Opvullen en vormen 9. De armen opvullen 10. Opvullen van het lijf 11. Voeten en benen 12. En verder... 13. Oogjes maken 14. Haartjes maken 15. Gezichtje kleuren
Variatie met pakarmen
16. Benodigd materiaal 17. Werkwijze Lijsjespop
Lijsjespop
 
stap-voor-stapKnooppopKnuffelpopLijsjespopPoppenkindSpeelbaby